D.J. Veegens noemde in zijn boekje ‘Wenken voor het Pleidooi’ het pleiten ‘een kunst die moet worden geleerd’. Hij kon het weten, want hij was een beroemd Haags advocaat en voorzitter van de voorloper van de Nederlandse Orde van Advocaten. In zijn tijd stelde Veegens al vast dat een goed pleidooi in wezen slechts bestaat uit het op natuurlijke toon een helder en evenwichtig betoog voordragen. Daar zijn inmiddels enige (audiovisuele) vaardigheden bij gekomen, maar het is wel waar het in de kern om gaat bij pleiten: helder, evenwichtig en niet-gekunsteld mondeling een juridisch standpunt onderbouwen.

Als oud-advocaat – ik was bijna zes jaar (cassatie)advocaat bij advocatenkantoor Pels Rijcken in Den Haag – weet ik uit ervaring dat het inderdaad een hele kunst is om een goed pleidooi op te bouwen en te houden. Daar moet je over nadenken, je moet tevoren een argumentatiestructuur bedenken, de feiten die naar voren komen filteren en op een zo gunstig mogelijke wijze presenteren, en dat ter plekke mondeling kunnen overbrengen. Het is mijn overtuiging dat iedere jurist – natuurlijk spreker of niet – dat moet en ook kan leren. En niet alleen als de toekomst in een toga-beroep ligt. Een jurist, waar hij of zij ook terecht komt, moet in woord en geschrift zijn of haar standpunten helder kunnen onderbouwen en mondelinge overtuigingskracht hebben. De pleittrainingen die D.J. Veegens aanbiedt, zijn dan ook voor elke rechtenstudent van nut, of u nou advocaat wilt worden of niet. Want taal, in woord en geschrift, is het wapen van elke jurist.

Ik ben dan ook trots dat ik beschermheer mag zijn van pleitvereniging D.J. Veegens, dat met zijn mooie en veelzijdige programma aan iedere rechtenstudent de mogelijkheid biedt om zich te bekwamen in de edele kunst van het pleiten. Ik wens u heel veel plezier en succes bij de vele activiteiten die op het programma staan.

Prof. mr. K.J.O. (Kasper) Jansen